Meer info op de site van Mac Rumors
Afgelopen week was ik, in mijn rol als Facilitair begeleider (interim bij de VPRO), bij een hele leuke presentatie van Facility House ten kantore van de NTR/Vara. In de NTR/Vara studio was een hoekje ingeruimd waar een presentatie werd gegeven door FH.
Na een korte impressie van wat Facility House is namen ze ons mee in een 3 tal leuke technische vernieuwingen. Als eerste vertelden ze over een nieuwe camera (welke ze natuurlijk in de verhuur hadden genomen) van Sony, de NEXFS-100. Een prachtige portable camera met 35mm blok en verwisselbare lenzen. De camera is compact maar met behulp van de juiste shoulder mounts uitstekend te gebruiken voor het “schonere” filmwerk. De camera geeft een heel mooi plaatje en is door zijn losse lenzen heel goed in te zetten voor de wat “filmische” programma’s.
Het grote voordeel van dergelijke camera’s is het grote Cmos censor welke in dit geval 35 mm is. Dat geeft een grote lichtgevoeligheid en een groot dynamisch vermogen. Ze lieten wat scene’s (documentaire) zien die gedraaid waren in een lege fabriekshal met nagenoeg geen licht. Het is opvallend hoe groot de lichtgevoeligheid is van dergelijke camera’s. Met een “gewone” kom je dan zonder licht niet weg.
De verwisselbare lenzen met Sony E mount systeem vergen wel een investering in fatsoenlijke lenzen en niet te vergeten de tijd om te draaien. Voor elk kader dat je wilt draaien zul je de camera moeten aanpassen qua standpunt of de lenzen. Het gebrek aan een zoomlens geeft juist de hoge mate van lichtgevoeligheid. De lenzen stellen je ook in staat extreme focus te leggen op specifieke onderwerpen waardoor je de aandacht van de kijker goed kan kanaliseren (qua beeld uiteraard 😉 )
Mooie camera die voor de documentaire maker met hoge kwaliteit een aanwinst is, uiteraard opnemen op SD/SDHC/SDXC Memory Cards.
Meer info op de Sony Site: KLIK
Naast de NEXFS100 hadden ze ook de GoPro met RotoR mount voor 360 opnamen. Een heel kek dingetje dat op een standaard Go Pro mount kan bijvoorbeeld op een helm. Door het principe van een arm die los kan draaien en in balans blijft ben je in staat de meest bizarre shots te maken. Voornamelijk komen deze heel goed tot zijn recht bij fysieke dingen zoals sport of motor rijden. Een aantal voorbeelden van de site
en
Maar het leukste van de dag was een presentatie van het bedrijf VideoDrone. Een Nederlands bedrijf dat zich helemaal heeft gespecialiseerd in het maken en bedienen van Drone camera’s. Drone camera’s zijn camera’s die aan een op afstand bestuurbare “helicopter” hangen. In het recente verleden was het onmogelijk deze uit te rusten met een fatsoenlijke camera en was de vliegtijd veel te kort. Buiten dat waren de machines onbetaalbaar. De vooruitgang in deze techniek laat zich raden, het is meer bereikbaar dan ooit.
Ze hadden een mooie line-up van drone’s staan waarond de kleine drone’s welke je kan uitrusten met een Go Pro camera en dan rond de 10 minuten kunt laten rond filmen. De grotere versies hebben de mogelijkheid om bijvoorbeeld de eerder genoemde NEXFS100 te monteren. De kleine versies hebben als voordeel dat ze echt overal kunnen vliegen en budgettair wat vriendelijker zijn maar als nadeel is bijvoorbeeld de gevoeligheid ten opzichte van wind. De grote versies hebben veel minder last van de wind.
De gebruikte techniek is magnifiek, op het grondstation kan de operator van de camera exact zien wat de status van de accu’s is en er is een draadloze “video feed” van de drone terwijl deze vliegt. Je kunt dus als regisseur kijken of de shots worden wat je had gedacht. Bediening van de drone’s is (bij dit bedrijf) altijd in handen van een operator die de camera bedient en een piloot welke de Drone vliegt.
De harde cijfers: Afhankelijk van het zicht kan de Drone in een cirkel van +/- 300 meter rond de operator vliegen. Ze kunnen tot een meter of 300 hoog (en dat is hoog!) en blijven tussen de 8 en 12 minuten in de lucht.
Groot voordeel van deze drone’s is dat ze zo kunnen worden ingezet waar bij vergelijkbare shots met een heli haast onmogelijk zijn. Laag vliegen is met een heli vaak niet mogelijk en van binnen naar buiten of door kleine objecten heen ook niet. Deployment (van aankomst tot opstijgen) is de eerste keer rond de 20 a 30 minuten en als alles klaar is en alleen van locatie gewisseld moet worden dan kan het binnen enkele minuten.
Uiteraard ook weer de filmpjes want uiteindelijk zeggen die toch het meest!
Black&White – very slow trailer from VideoDrone on Vimeo.
Dutch Peace Palace, the making off from VideoDrone on Vimeo.
“Wie is de Mol” trailer 2012 from VideoDrone on Vimeo.
Dank Facility House en VideDrone voor de presentatie en dank aan de NTR voor het organiseren.
Menno Drenth
Mooi stukje (via Job ter Burg) over de Pro Res codec waar vaak lyrisch over wordt gesproken. Hier een test waaruit blijkt dat dat niet in alle gevallen terecht is en dat ook deze codec zijn nare problemen heeft.
Elwin, Menno en Arnout wensen al onze klanten, relaties en leveranciers
een voorspoedig 2013 en hopen op een mooi jaar samen!
In de hoedanigheid als Facilitair begeleider bij de VPRO zijn we druk met het afwikkelen van een aantal belangrijke zaken. Een van die zaken is het verplicht aanleveren van R128 audio files (Loudness Norm). er zijn gelukkig vele oplossingen beschikbaar welke voldoen aan de EBU norm maar ze hebben allemaal wel een “dingetje”.
Plug ins voor in de montage systemen is een mogelijkheid waarbij je de metering handmatig doet en aanpast. Niet al te duur maar wel een bult werk in de sets en belangrijker nog, de sets zijn tijdens de metering niet beschikbaar voor andere zaken. Uiteraard zijn er ook externe oplossingen zoals plug ins voor bestaande encoder paketten welke het meten en normaliseren over nemen van je. Een iets duurdere oplossing maar zeker ook niet zonder extra werk.
Het lastige zit hem ook in het terug halen van oudere uitzendingen die voor herhaling ingezet worden. De meeste van die programma’s hebben de hele R128 Normering nog nooit meegemaakt maar kunnen dus niet zonder meer weer terug in de digitale molen. Daarvoor zijn geautomatiseerde oplossingen welke de MXF files uit elkaar plukken in audio en video files, het audio meten en normaliseren volgens specificaties en vervolgens weer bij elkaar stoppen. Klinkt als een een super oplossing maar ook daar schuilt een gevaar.
De MXF files moeten worden aangeleverd onder een aantal zeer strikte specificaties. Het video moet kloppen, het audio moet kloppen maar belangrijker nog de Meta data die alles aan elkaar verbind moet perfect zijn. De meta data geeft namelijk alle informatie die de play out moet hebben om de file goed door het systeem te laten lopen. Het in en uit elkaar halen van een kant en klare MXF file is dan ook niet zonder mogelijke problemen. Zolang de applicatie maar niets doet met de meta data en alleen het audio aanpast is het geen probleem.
Dan de vraag of je het überhaupt wel wil dat automatisch aanpassen van audio. Het “voldoen” aan een norm is slechts een gedeelte van het vraagstuk, zeker net zo belangrijk is de vraag of je zoiets automatisch moet laten doen. Weet het programma dat ik gebruik wel waar ik mijn zwaartepunten wil hebben liggen qua mix? Nee natuurlijk niet en die zal een afweging maken tussen de bits die worden aangeboden en waar nodig een level correctie uitvoeren.
Hoe dan ook het is een prima oplossing voor de kijkers thuis die veel minder last zullen krijgen van de niveau wisselingen in geluid tussen bijvoorbeeld reclame en uitzendingen maar het vergt nog wel een aanzienlijke hoeveelheid aanpassingen aan de achterkant om een en ander zo ver te krijgen.
Voor hen die er meer over willen lezen hier de link naar de EBU Loudness site: EBU
Als bedrijf werken wij al lang en vaak aan het mede ontwikkelen van werkwijzen (workflows) binnen digitale (media) omgevingen. De afgelopen jaren merk je steeds duidelijker dat de focus van de workflows aan het veranderen is. Waar voorheen televisie producties leading waren merk je dat de afzet mogelijkheden steeds groter en diverser zijn geworden. Voor het ontwikkelen van een werkbare workflow is dit op zijn minst gezegd een leuke uitdaging.
De techniek staat tegenwoordig zoveel toe dat de mogelijkheden bijna onbeperkt lijken. Voor een gedeelte is dat ook waar. Het nadeel van al deze extra afzet mogelijkheden is dat op bijna elk gewenst moment in een proces deze mogelijkheden bruikbaar moeten zijn. ZO kan het voorkomend dat tijdens het maken van een programma blijkt dat er hele interessante stukken tussen zitten welke op een thema kanaal, internet site, social media etc goed tot zijn recht zouden komen. Op dat moment moet het mogelijk zijn snel te schakelen en de content vrijwel per direct aan te bieden.
De technische mogelijkheden staan het toe. Het werken op grote collectieve opslag met meerdere sets in combinatie met de juiste tools om materiaal om te zetten geven de mogelijkheid vrijwel per direct te publiceren. Maar met publiceren alleen ben je er niet. Het bijhouden van meta data waarin bijvoorbeeld staat of iets wel op Internet mag is een uitdaging maar ook het bijhouden van al je content. Voor je het weet gaat het zwerven en ben je als eigenaar niet meer in staat om je materiaal te vinden of te verwijderen indien dat zou moeten.
Het vinden van wegen om dit handelbaar te maken zijn soms lastig en vergen soms best veel van de mensen die er mee werken wat betreft het “saaie” bijhouden van meta data. Ten onrechte is wel eens aangenomen dat digitaal werken per saldo efficiënter zou zijn. Iets dat niet altijd op gaat. Waar voorheen repetitief werk werd gedaan is nu vaak extra input nodig om alles handelbaar te houden. Dat om te vormen in een werkbaar geheel is heel erg leuk om te doen.
Editshare, maker van een alternatieve netwerk edit omgeving voor Avid en FCP, maar ook voor hele productie omgevingen met live ingest tot aan archive, geeft hun editor Lightworks gratis weg! Al 600.000 keer gedownload.
Deze ongeveer twee jaar geleden editor is een volwassen en typische film editor. Waarom ze dit doen blijft speculeren. Maar zeker is dat de verdienmodellen liggen op serverbased systemen voor productie en distributie.
Editshare heeft engines die zich vooral richten op reality series en grote sportevenementen waar sprake is van heel veel materiaal dat allemaal geindexeerd moet worden.
Nu de EBU de loudness norm heeft aangenomen moet we die ook kunnen meten en zo nodig aanpassen. Kort door de bocht gaat het om de luidheid van de uit te zenden audio, gemeten over een bepaalde periode. Best ingewikkeld. Nadruk ligt natuurlijk op de mastering fase, echter zullen montagesets moeten worden uitgerust met meters.
Dit bedrijf maakt software onder licentie van Dolby. De monitoring plugin is bedoeld voor server based systemen zoals transcoding servers en eindcontrolling. Als zodanig in gebruik bij SBS en Parkpost. Er is echter ook een plugin voor Mediacomposer. Goedkoper dan een externe meter. Nu nog editors die weten wat ze meten.
Veel aandacht voor verbindingen over IP. Hier is vooral belangrijk de verhouding tussen compressie en kwaliteit . Draadloze verbindingen via 3G en 4G zie je ook nog wel op de beurs, maar veel minder dan vorig jaar. De telco consumenten netwerken geven geen stabiele en gegarandeerde bandbreedtes. Toch zien we af en toe nog rugzakken met decoder zenders en computers. Deze foto laat een simpele oplossing zien. Kwaliteit is over het algemeen iets beter dan de gemiddelde camera op een telefoon … Goed genoeg als er geen andere verbinding kan worden opgezet, maar niet echt Broadcast.